afb. Ernst van Mackelenbergh, Rosmalen, 1895
De vensters met geornamenteerd grisalle-glas in de westgevel van het noordtransept zijn 1868 en 1869 gedateerd. In het meest noordelijke, dus het buitenste, travee is in het raam ter hoogte van het triforium gebrandschilderd glas aangebracht: over drie lancetten de voorstelling van de Verzoeking van de heilge Antonius. Beneden in de meest linkse lancet zijn in twee rondboognisjes de heilige Gerardus en Elisabeth van Thüringen ten halven lijve afgebeeld, beiden bij naam aangeduid in de onderste rand. Beneden in de twee andere venstervlakken wordt de schenker van dit gebrandschilderd glas gememoreerd. Rechts zien we zijn wapen: onder een groene priesterhoed met afhangende eveneens groene kwasten, een blauw schild met zilveren keper, vergezeld van drie zilveren takkenbossen of mutserds (2-1). Onder dit schild op een banderol de wapenspreuk Fasces Fasces. De identiteit van de vrome gever wordt onthuld op de tekstband links van het wapen: Dono dedit A.J.F. Mutsaers A D 1895. Monseigneur A.J.F. Mutsaers was behalve proost van het kapittel van Sint-Jan, president van het Bisschoppelijk Seminarie te Haarlem en bovendien huisprelaat en geheim kamerheer van de paus.
| 84 |
24. De westelijke vensters van het transept, in geornamenteerd grisaille, dragen achtereenvolgens van zuid naar noord de aanduiding 1868, 1869 en geen datum. In de noordelijkste travee is de westzijde op triforiumhoogte en daaronder beglaasd. In het triforium: de Verzoeking van Antonius Abt. In het raam daaronder onder bogen ten halven lijve de H. Gerardus en de H. Elisabeth van Thüringen. Rechts daarvan een wapen: op blauw een zilveren keper, vergezeld van drie | 328 |
zilveren mutserds (takkebossen) 2 en 1; wapenspreuk: FASCES, FASCES. Boven het wapen een groene priesterhoed met afhangende kwasten. In het midden tussen de heiligen en het wapen in een banderol: DONO DEDIT A.I.F. MUTSAERS Ao DI 1895. Hezenmans-Capronnier 1895. Stichting van Mgr. A.J.F. Mutsaers, huisprelaat en geheim kamerheer van de Paus, proost van het kathedrale kapittel van Sint Jan en president van het Bisschoppelijk Seminarie te Haaren.10 | 329 |
Noten | |
10. | W.J.F. Juten, 'Eene bijdrage betrekkelijk de familie Mutsaer(t)s', Taxandria 9 (1902) 266. |
C. Peeters, De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 328-329
Zsuzsanna van Ruyven-Zeman, Van heiligen tot amoeben : Honderdvijftig jaar monumentale glasschilderkunst in Nederland (Leiden 2014) 16 (afb. 6)
Frans van Valderen, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's Hertogenbosch (1949) 119